De kat van Ted

Radicaal relationisme in Dennie is een star van Maartje Wortel en Kamers, antikamers van Niña Weijers

Dennie, de kat van Ted, is stervende. Hij is aangereden – Teds geliefde Marina heeft het ongeluk zien gebeuren – en lijdt gruwelijk. Als Marina de zwaargewonde kat naar binnenbrengt, gaan Teds gedachten meteen naar haar vrienden uit. De kat, een van de personages in Maartje Wortels roman Dennie is een star (2019), mag pas sterven als de hele vriendengroep van Ted, de menselijke hoofdpersoon en eigenaar van Dennie, compleet is en aan het bed zit waarop de aangereden kat is gelegd.

Ik dacht meteen aan Suki. En aan Ricarda. En aan Lourdes. Aan Daan en ook aan Katharina, het meisje dat kano’s tekende. Natuurlijk dacht ik ook aan N., en het hondje van N. Aan Jos en Lola en mijn eigen moeder en Barbara en Jean-Michel en Elise en Elias.

Dennie is een star

Het verzamelen van de vrienden kan niet anders dan lang duren, omdat ze door de hele stad verspreid wonen – heel lang voor een stervende kat. Voor Ted is het langgerekte afscheid de moeite waard: ‘Ik heb een verzameling voor je aangelegd, Dennie, zei ik, wijzend op mijn geliefden. Dat is alles wat ik je nu nog terug kan geven.’

Daarop geven alle aanwezigen, inclusief de hond van N., uiting aan hun relatie met Dennie en Ted:

Het hondje van N. zat naast Dennie en hield voor het allereerst haar spel achterwege. Lola zat aan de andere kant naast Dennie, ze aaide hem zo zacht ze kon en ze zei steeds tegen hem of tegen ons of tegen zichzelf of tegen iets in de ruimte: Dennie gaat niet dood, Dennie gaat niet dood. (…) Suki had zoals altijd haar hand onder mijn shirt gestoken, op mijn blote rug, om me bij het moment te houden. Lourdes vond katten een soort ruimtewezens, indringers die afkomstig waren van een andere planeet, ze vertrouwde die dieren niet, dus ook nu keek ze argwanend naar Dennie, maar ze was hier voor mij en dat waardeerde ik. Ricarda moest huilen. En toen Ricarda, die in al die jaren dat we samen waren geweest nooit een traan had gelaten, begon te huilen begonnen we allemaal te huilen, op Elise na. Elise zei dat ze had gelezen dat er een ruimteschip in Japan de ruimte in is geschoten die daar metalen balletjes loslaat, die uiteen zullen spatten en dan op een sterrenregen lijken. Ze zei dat we zoiets misschien ook met Dennie konden doen, straks.

Dennie is een star

En dan moeten er nog toespraken gehouden worden. Pas daarna mag de dierenarts de kat in laten slapen.

De sterfscène van de kat in Dennie is een star is een goed voorbeeld van het nieuwe of radicale relationisme dat Yra van Dijk en Merlijn Olnon in De Gids (3/2015) als hét kenmerk van de Nederlandse millennialliteratuur bestempelen. Dennies sterfscène is een vorm van ‘genetwerkt karakter van identiteit’. Alleen het overlijden van haar huisdier, dat belangrijk was voor haar identiteitsvorming, meemaken en verwerken is voor Ted onmogelijk. Haar hele vriendengroep moet erbij zijn en beleven wat zij beleeft, ook als dat betekent dat het huisdier langer lijdt.

Affectieve crisis

Het radicale relationisme maakt deel uit van wat Hans Demeyer en Sven Vitse de affectieve crisis in de literatuur van de millennialgeneratie, waartoe ook Wortel (1982) en Weijers (1987) behoren, noemen. In hun onlangs verschenen studie Affectieve crisis, literair herstel: de romans van de millennialgeneratie (2020) en de voorpublicatie ‘Alsof ik de weg niet meer kan vinden’ (De Reactor, 3 november 2020) borduren Demeyer en Vitse voort op Thomas Vaessens De revanche van de roman (2009) en Van Dijk en Olnon. In millennialromans worden de personages gekweld door gevoelens van onthechting en een gestoorde emotiehuishouding. Dat betekent niet dat de personages kil of gevoelloos zijn. Van gevoel en verbinding, met mensen en met dieren, wordt juist veel verwacht. ‘Uitwegen zoeken ze eerder in emoties – in het verlangen naar hechting, zorg of verbondenheid – dan in ideologiekritische kaders’, aldus Demeyer en Vitse in De Reactor.

Verbindende factor 

In Dennie is een star en Kamers, antikamers (2019) van Niña Weijers, dat drie maanden na Wortels roman verscheen, manifesteert de affectieve crisis zich in haar volle glorie in de relatie van de hoofdpersonen met hun huisdieren en de betekenis die die dieren hebben in hun levens. Mensen verhouden zich in hun identiteitsvorming ook tot dieren, schrijven Hans Demeyer en Sven Vitse in hun boek. De ‘relationele identiteit’ die millennialromans kenmerkt, kan volgens Van Dijk en Onlon de grens tussen mens en dier opheffen. ‘De mens is ineens een stuk minder individueel en autonoom dan het alomtegenwoordige neoliberale individualisme ons wil laten geloven.’

Lees verder bij Neerlandistiek: https://neerlandistiek.nl/2021/01/de-kat-van-ted-radicaal