De universele jongen

In het boekcadeau van dit jaar, Dolfje Weerwolfje van Paul van Loon, spelen mannelijke personages de hoofdrol. Dat is ook zo in Maximiliaan Modderman geeft een feestje van Joukje Akveld, het prentenboek van de Nationale Voorleesdagen 2023, en in het Boomhut-Kinderboekenweekgeschenk over Terry en Andy. Wie de titels van de afgelopen twintig jaar bekijkt, ziet dat witte jongens en mannelijke dieren domineren in de boeken die centraal staan in leesbevorderingscampagnes die zijn gericht op jonge lezers, een publiek dat voor de helft uit meisjes en voor een kwart uit leerlingen met een biculturele achtergrond bestaat.

Een meisje als hoofdpersoon komt in slechts zes van de 74 boeken (acht procent) van de leesbevorderingscampagnes De Nationale Voorleesdagen, Geef een (prenten)boek cadeau en het (prentenboek van het) Kinderboekenweekgeschenk voor. Als je duo’s zoals Timmie en Dolfje in Dolfje Weerwolfje, piraat Willem en Frank in Woeste Willem en Roef en Robbie in De tweeling van Mylo Freeman zou tellen, is het aandeel mannelijke personages nog veel hoger. Mannelijke dieren staan vaker centraal dan menselijke meisjes. Vrijwel alle menselijke hoofdpersonen – mannelijk en vrouwelijk – zijn wit en westers. De afwezigheid van vrouwelijke personages en personages van kleur is problematisch omdat het voor jonge lezers belangrijk is dat ze zichzelf kunnen herkennen in kinderboeken. 

Spiegels en vensters

Verhalen dienen als spiegel van de kinderwereld, waardoor kinderen via identificatie kunnen verkennen en verwerken wat hen dagelijks overkomt, van groeien (Rupsje Nooitgenoeg van Eric Carle) tot jaloezie (Kleine Ezel en jarige Jakkie van Rindert Kromhout) tot navigeren binnen het gezin (Verhalen van de boze heks van Hanna Kraan). Ze verkennen via verhalen morele grenzen en regels, zoals in Agent en Boef van Tjibbe Veldkamp en Otje van Annie M.G. Schmidt. Daarnaast confronteren ze ook kleine kinderen soms al met het vreemde, met uitdagingen en vreemde werelden, zoals in Eiland van Mark Janssen, De prinses met de lange haren van Annemarie van Haeringen of De gele ballon van Charlotte Dematons. Verhalen bieden ook een venster op de wereld. Boeken als Er was eens een koe van Pim Lammers en Bob Popcorn van Maranke Rinck leren kinderen ook dat ze autonomie hebben, inventief en zorgzaam kunnen zijn en zelf een plaats in de wereld in kunnen nemen (cf. Bishop, 1990; Galda, 1998).

Wie zichzelf bijna nooit tegenkomt in teksten, kan gaan denken dat hij of zij er niet toe doet in de samenleving (Bishop, 1990). Uit onderzoek blijkt dat meisjes al heel jong denken dat talenten en prestaties voorbehouden zijn aan jongens en mannen omdat ze te weinig voorbeelden zien van intelligente, getalenteerde meisjes en vrouwen die iets presteren (Bian, Leslie & Cimpian, 2017; Napp & Breda, 2022). Meisjes van zes zijn er al van overtuigd dat zij nooit ‘really, really smart’ zijn en jongens wel (Bian, Leslie & Cimpian, 2017). Al op zesjarige leeftijd deinzen meisjes terug voor activiteiten die worden geassocieerd met intelligentie. Ze denken dat zij daar niet slim genoeg voor zijn.

Voorkeur voor mannelijke hoofdpersonen

Ook voorbeelden uit boeken kunnen positief bijdragen aan het zelfbeeld van kinderen (De Bruijn & Mesman, 2022). Een diverse en inclusieve representatie ontbreekt echter in de teksten die leesbevorderingscampagnes aanbieden. Kinderen van nul tot zes jaar worden het minst met fictieve vrouwelijke leeftijdgenoten geconfronteerd. Het is al tien jaar geleden dat het prentenboek voor De Nationale Voorleesdagen een vrouwelijke hoofdpersoon had. In Nog 100 nachtjes slapen van Milja Praagman wacht Dorus op haar verjaardag. Omdat ze nog lang niet jarig is, viert ze alvast een solofeestje door vlaggetjes te knippen uit de gordijnen, het uniform van een politieman en de schone was die aan de lijn hangt. De andere uitverkoren voorleesprentenboeken hadden een jongetje als hoofdpersoon (zes keer), een mannelijk dier (zeven keer) of een vrouwelijk dier (zes keer). Ook het prentenboek van de Kinderboekenweek telt in de periode 2002-2022 slechts één keer een meisje als hoofdpersoon. Het meisje Joni, dat op schoolreisje naar de dierentuin gaat, uit Hallo van Edward van de Vendel en Fleur van de Weel ontbreekt overigens op de cover. Daar zijn alleen dierentuindieren te zien. 

De andere leesbevorderingscampagnes, net als de Nationale Voorleesdagen bedoeld voor alle kinderen in Nederland, laten dezelfde voorkeur voor mannelijke hoofdpersonen zien. In het reguliere Kinderboekenweekgeschenk is de afgelopen tien jaar twee keer een meisje het belangrijkste personage: Atlanta in Haaientanden (2019) van Anna Woltz en Tiril in Tiril en de toverdrank (2021) van Bette Westera. In de overige teksten speelt dertien keer een jongen of een jongensduo de hoofdrol. Gemengde groepen personages of dieren staan centraal in vijf Kinderboekenweekgeschenken tussen 2002-2022.

Vier mannelijke en twee vrouwelijke (Anne Frank en roversdochter Ronja) hoofdpersonen telt het boekcadeau (geefeenboekcadeau.nl), dat sinds 2018 bestaat. Lezers van het prentenboekcadeau (geefeenprentenboekcadeau.nl) maken met geen enkele vrouwelijke protagonist kennis. 

Eenzijdige institutionele selectie

Bij de selectie van teksten voor jonge lezers door institutionele leesbevorderaars als de CPNB en Stichting Lezen gaat blijkbaar iets mis. De keuze leidt ertoe dat meisjes, vrouwen en mensen van kleur bijna nooit de hoofdrol spelen, en dat alle jonge lezers dus te maken krijgen met eenzijdige spiegels en ramen omdat in de geselecteerde verhalen, die in oplagen van honderdduizenden exemplaren gedrukt en verstrekt worden, alleen jongens en mannen de kans krijgen avontuurlijk, intelligent, grappig, stout en vindingrijk te zijn. Dat gebeurt niet alleen bij de leesbevorderingscampagnes Kinderboekenweek, Geef een (prenten)boek cadeau en De Nationale Voorleesdagen. Ook de collecties van de Bibliotheek op school zijn niet divers (De Bruijn & Mesman, 2022). Sommige leesconsulenten menen zelfs dat diversiteit ten koste van het leesplezier gaat, waarbij ze waarschijnlijk een witte jongen als impliciete lezer in gedachten hebben.

Een gebrek aan voorbeelden van actieve meisjes in verhalen stopt niet na de basisschool. Als jonge lezers de leeftijd van prentenboeken en dierenverhalen voorbij zijn, wordt de oververtegenwoordiging van mannelijke personages en hun wereldbeeld nog opvallender. Dan wordt duidelijk hoe weinig autonomie meisjes en vrouwen hebben. De winnende jeugdromans van de Jonge Jury, gericht op de onderbouw van het voortgezet onderwijs, wemelen van de zwakke meisjes en seksistische stereotypen (Van Dijk & Klaver, 2021a en 2021b). Uit mijn masteronderzoek (Klaver, 2021) naar fictie en jeugdliteratuur in drie methoden Nederlands voor de onderbouw, Blink Nederlands (PLOT26), KERN en Leswijs, bleek dat vrouwelijke personages vrijwel niet voorkwamen. De weinige vrouwelijke personages in de lesboeken hebben in tegenstelling de mannelijke personages geen beroep, of ze vervullen een ondergeschikte functie – mannen zijn ondernemer of arts, vrouwen receptioniste of verpleegkundige. Daarnaast hebben ze veel minder handelingsvrijheid dan de mannelijke personages en worden ze vaak het slachtoffer van (seksueel) geweld. Net als bij bovengenoemde leesbevorderingscampagnes kwamen in sommige lesboeken die ik onderzocht meer dieren dan vrouwen voor.

Jeroen Dera (2020) ontdekte dat in de top 10 van de meest gelezen boeken voor leeslijsten in de bovenbouw van havo en vwo slechts één boek van een vrouwelijke auteur staat. Ook op de hogere niveaus van Lezen voor de lijst, een website die op 80 procent van de scholen voor het voortgezet onderwijs wordt gebruikt en vaak zelfs verplicht is, domineren mannelijke schrijvers die veelal over mannelijke personages schrijven en de wereld vanuit hun perspectief tonen. Minder dan twintig procent van de romans op niveau 4, 5 en 6 van Lezen voor de lijst is door vrouwen geschreven. Pas dit schooljaar zijn aan niveau 6 drie romans van witte, vrouwelijke auteurs toegevoegd (Gerrits, 2023). 

Het is niet zo dat er geen kinder- en jeugdboeken en romans voor volwassenen bestaan met vrouwelijke hoofdpersonen. Die zijn er volop, maar ze vallen blijkbaar buiten het blikveld van de mensen die verantwoordelijk zijn voor leesbevordering en curriculair lezen binnen het onderwijs. Daar is de jongen universeel.

Literatuur

Bian Lin, Sarah-Jane Leslie & Andrei Cimpian, ‘Gender stereotypes about intellectual ability emerge early and influence children’s interests’. In: Science 27 januari 2017, pp. 389-391. 

Bishop, Rudine Sims, ‘Mirrors, Windows, and Sliding Glass Doors’. In: Perspectives: Choosing and Using Books for the Classroom, 6/3 (1990).

Bruijn, Ymke de, & Judi Mesman, Diversiteit en collectievorming bij de Bibliotheek op school. Amsterdam: Stichting Lezen, 2022.

Dera, Jeroen, ‘De helaasheid der leeslijsten: over diversiteit in het literatuuronderwijs’. In: De lage landen 64/1 (2020), pp. 115-121.

Dijk, Yra van & Marie-José Klaver, ‘De Jonge Jury: van leesbevordering tot pulppromotie’. In: de Nederlandse Boekengids 6 juni 2021a.

Dijk, Yra van & Marie-José Klaver, ‘Slecht lezen’. In: Neerlandistiek 24 juni 2021b.

Galda, Lee, ‘Mirrors and windows: Reading as transformation’. In: T.E. Raphael & K.H. Au (red.), Literature-based instruction: Reshaping the curriculum, Christopher-Gordon, Norwood, 1998, pp. 1-11.

Gerrits, Eva, ‘Maak plaats op de leeslijst’. Stichting Lezen, 8 februari 2023.

Klaver, Marie-José, De leerling onderschat. Fictie in nieuwe lesmethoden Nederlands voor klas 1, 2 en 3 havo/vwo. Masterscriptie Universiteit Leiden, 2021.

Napp, Clotilde & Thomas Breda, ‘The stereotype that girls lack talent: A worldwide investigation’. In: Science Advances 8/10 (2022).

Verschenen op Neerlandistiek, 13 februari 2023.